Document acties
Inzoomen 4: De wereldtentoonstelling van 1867 in Parijs en het Monument op Plein 1813
De eerste steenlegging van het voetstuk van het monument ter herdenking van het vijftigjarig koningschap geschiedde op 17 november 1863 door prins Frederik (1797-1881). Hij was erevoorzitter van de hoofdcommissie die twee maanden daarvoor een ontwerpwedstrijd had uitgeschreven. Hoe het monument er uit zou komen te zien, wist niemand; de winnaar zou pas op 7 mei 1864 bekend worden. De gezamenlijke inzending van Johan Philip Koelman (1818-1893), hoofdleraar aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten, en gemeentearchitect Willem Cornelius van der Waeyen Pieterszen (1819-1874) won de eerste prijs. Dat het monument pas zes jaar later zou worden onthuld, had enerzijds te maken met de vele aanpassingen – op verzoek van de hoofdcommissie – en anderzijds met het vinden van de juiste vakmensen voor de uitvoering.
Dat deze opdracht uniek was in de bedrijfsgeschiedenis van Van Kempen, kan worden afgeleid uit het feit dat in het archief nauwelijks correspondentie bewaard is gebleven, behalve van deze opdracht. Zo’n zeventig brieven uit de jaren 1866-1870 geven inzicht in de opdrachtverstrekking, de onthulling van het monument en de ambitie van Johannes Mattheus van Kempen III (1814-1877), oprichter van de fabriek. 1 Uit de correspondentie blijkt dat het eerste contact tussen Van Kempen en de hoofdcommissie plaatsvond in 1865 en dat Van Kempen in de loop der tijd verschillende keren contact had met Prins Frederik.
Terwijl de opdrachtverkrijging werd voorbereid, presenteerde Van Kempen op de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1867, naast serviesgoed en pronkstukken, voorbeelden van zijn twee nieuwe toepassingen van de galvanoplastiek. Op de detailfoto is een strak gemodelleerde, gladde vaas met één oor te zien met een kaartje: Vase en zincq - [composé machinal ?] d’une pièce - Sans Soudure - Par Le Procédé Electromécanique.
Foto van de inzending van J.M. van Kempen & Zonen, met zilveren
pronkstukken, voor de Wereldtentoonstelling in Parijs, 1867.
Deze noviteiten waren aanleiding voor de Parijse jury om Moritz Hermann de Jacobi (1801-1874), galvanodeskundige en lid van de Keizerlijke Academie in Sint Petersburg, te vragen onderzoek te doen bij de zilverfabriek. Tijdens zijn verblijf bij Van Kempen werd prins Frederik uitgenodigd. De positieve indrukken die De Jacobi toen al moet hebben gehad, hebben ongetwijfeld meegespeeld in de definitieve opdrachtverstrekking aan Van Kempen, later dat jaar, op 23 november 1867.
Het 22 meter hoge herdenkingsmonument bestaat uit een architectonisch gedeelte met trappen, waarop een vierkante sokkel staat met daarin twee basreliëfs. Op de opbouw van het monument staan vier beelden: aan de voorzijde zweert Koning Willem I trouw aan de grondwet, aan de achterzijde staat de beeldengroep met het driemanschap (Gijsbert Karel van Hogendorp, Frans Adam baron van der Duyn van Maasdam en Leopold graaf van Limburg Stirum), aan de twee zijkanten zitten personificaties van de Godsdienst en de Geschiedenis. Bovenop het monument staat de Nederlandse maagd met de leeuw die de herrijzende volksmoed verbeeldt.
Het Nationale Gedenkteken op Plein 1813, Den Haag (Foto: Irene Meyjes)
De opdracht om de beelden te modelleren ging naar de Belgische beeldhouwer Joseph Jaquet (1822-1898) die de gipsmodellen in 1868 en 1869 vanuit Antwerpen per schip naar Voorschoten stuurde. Aangezien zulke grote beelden nog nooit eerder langs deze nieuwe methode waren gemaakt, werd er bij Van Kempen veel geïnvesteerd om deze opdracht te kunnen uitvoeren en de techniek te perfectioneren. Aan het fabrieksgebouw werd een nieuwe zijvleugel gebouwd en een aparte loods, waarin tien hardhouten, met lood beklede kuipen in de grond werden gegraven. 2 Hierin kon in twee tot vier maanden de laag koper op de mallen van de standbeelden aangroeien tot de gewenste dikte. Beeldhouwer Jaquet stuurde in augustus 1868, na het beeld van de Godsdienst, de beelden van de Geschiedenis en de Nederlandse maagd naar Voorschoten. In januari en mei 1869 volgden de beelden van het driemanschap en Koning Willem I. In de laatste maanden vóór de onthulling van het monument werd er in ploegendiensten gewerkt om de beelden op 20 oktober klaar te hebben. De onthulling vond plaats op 17 november 1869. (Zie hiervoor thema Specials).
Na deze spectaculaire opdracht bleef de ambitie om grote beelden langs galvanoplastische weg te maken, beperkt tot één standbeeld, in 1873, van Jan Pieterszoon Coen. De fabricage van dit formaat beelden bleek een te grote inspanning en de arbeidskrachten waren hard nodig voor de productie van het gangbare zilverwerk. 3 Daarmee bleven de beelden voor het nationaal gedenkteken op Plein 1813 uniek in de geschiedenis van J.M. van Kempen & Zonen.
RKD, vK&B. De correspondentie is gearchiveerd onder inv.nr. 259: J.M. van Kempen met diverse geadresseerden; inv.nr. 260: Van Kempen met architect W.C. van der Waeyen Pieterszen; inv.nr. 261: Van Kempen met beeldhouwer J.J. Jaquet.
A.E. van Kempen en J.M. van Kempen IV, pp. 45-46.
Ibidem, p. 46.