Document acties
Inzoomen 1: Kwabstijl
INZOOMEN 1 - KWABSTIJL 1
Van circa 1610 tot 1650 was er in de edelsmeedkunst sprake van een uitzonderlijke stijl die zich naast de toen gangbare renaissancestijl ontwikkelde, niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland en Engeland. Deze stijl – destijds aangeduid als Fratsen en Snaeckeryen - later genoemd kwabstijl (ook wel kraakbeen- of oorschelpstijl) - kan worden beschouwd als een afgeleide van het maniërisme. De kwabstijl werd door een selecte groep klanten gewaardeerd en was dus niet bedoeld voor het grote publiek. Voorwerpen in deze stijl werden gedomineerd door zachte, vloeiende, organische vormen. Als inspiratiebron dienden de naturalia die door ontdekkingsreizigers als exotische verzamelobjecten werden meegenomen, zoals (nautilus)schelpen, vissenhuiden, hoorns, enzovoort. Taaie en weke massa´s (vliezen, huidplooien en spieren), maar ook oogkassen, botten en kraakbeenachtige vormen werden vertaald in zilver. Daarnaast werden zeemeerminnen of zeemotieven en monsterachtige figuren en maskers in de vormgeving verwerkt.
Paulus van Vianen was de eerste edelsmid die al voor 1606 in deze stijl werkte. Het grootste deel van zijn werkzame leven bracht hij door in het buitenland, onder andere in Frankrijk en Italië. In Duitsland verbleef hij van 1596 tot 1601 aan het Beierse hof in München en werkte daar voor hertog Wilhelm V en Maximiliaan I. In het voorjaar van 1601 vertrok hij naar Salzburg, waar hij tot Hofgoldschmied van de aartsbisschop werd benoemd. Twee jaar later trad hij in dienst bij het hof van de cultuurminnende keizer Rudolf II in Praag, waar hij tot zijn dood in 1613 zou blijven. 2 Zijn broer Adam, eveneens edelsmid en actief tussen 1590 en 1627, werkte aanvankelijk in de renaissancestijl. In het eerste decennium van de zeventiende eeuw maakte hij zijn eerste werken met een (bescheiden) kwabornament, een vormgeving die hij in de loop der jaren verder zou ontwikkelen. 3
De voorwerpen en uitermate gedetailleerde reliëfs die het werk van de Van Vianens kenmerken, laten een hoogstaand vakmanschap zien in drijven en ciseleren (zie thema Ambacht & Industrie). Generaties na hen hebben zich afgevraagd hoe zulke technisch uitmuntende stukken zijn gemaakt. Paulus van Vianen paste de kwabornamentiek veelal toe in randversieringen en cartouches. Tijdens zijn jaren in Praag had hij een specialisme ontwikkeld waarbij hij landschappen met vergezichten gedetailleerd in reliëf kon weergeven. Hij wist een knappe perspectiefwerking te bereiken door sommige onderdelen hoog op te drijven of zelfs afzonderlijk te vervaardigen en later op het reliëf te monteren.
Paulus van Vianen, Zilveren schaal met voorstellingen uit de geschiedenis van Diana en Actaeon, 1613; Rijksmuseum Amsterdam
Zijn broer Adam werkte deze techniek verder uit en maakte vanaf circa 1614 zelfstandige, zilveren voorwerpen, waarbij herkenbare elementen overgingen in spookachtige fantasiewezens. Zijn werken hadden het karakter van ware kunstvoorwerpen, die volledig afweken van traditionele zilverwerken. Zijn zoon Christiaan (circa 1598/1606 – circa 1671), door hem opgeleid en werkend in dezelfde stijl, zorgde samen met Theodor van Kessel (circa 1620-1660) in 1650 voor de uitgave van Constighe Modellen, een map met voorbeeld-prenten van zijn vaders ontwerpen. Rond 1632/1633 ontving Christiaan een uitnodiging om zich in Engeland te vestigen en daar aan het hof van koning Charles I te komen werken. Eén van zijn belangrijke opdrachten was het vervaardigen van kerkzilver voor St. George’s Chapel in Windsor Castle (dat helaas is geroofd en is omgesmolten). Rond 1643 ging hij terug naar Utrecht, maar vanaf 1660 vestigde hij zich weer in Engeland, waar hij tot zijn overlijden werkte voor het hof van koning Charles II. 4
Ter Molen 1984, dl. 1, pp. 7-18; Fleming en Honour, p. 46-47 en https://nl.wikipedia.org/wiki/Kwabstijl. In Duitsland werd de stijl de Ohrmuschelstil genoemd en in Engeland Auricular style.
Ter Molen 1984, dl. I, p. 25: naast edelsmid was Paulus van Vianen eveneens tekenaar, schilder en emailleur.
Ibidem, p. 33.
Ibidem, pp. 35-40. Het kwabornament, dat door Christiaen van Vianen herhaaldelijk werd toegepast op zijn zilveren voorwerpen is via hem van invloed geweest op de decoratie die (pas) in de periode 1660-1675 regelmatig voorkomt op Engels zilver, mogelijk ook door de in Nederland gepubliceerde prenten als in Constighe Modellen.